SCHOOLSLAG  
 
 

 

 

 

 





Bron: deltasteur.nl
Ligging :
Beenslag :
Combinatie :
Opmerking :
Op de buik
Schoolbeenslag, de grootste stuwbeweging van de zwemslag
Semi-kort
In Nederland de eerste zwemslag die wordt aangeleerd

Inleiding
De armslag
De beenslag
De combinatie
De ademhaling
Veel gemaakte fouten bij het schoolslag zwemmen

 

Inleiding
Schoolslag is allereerst een discontinue slag; de verplaatsing is schoksgewijs. Het is in Nederland de eerste slag die wordt geleerd. Schoolslag is tegenwoordig niet meer de slag die sterk diploma-eisend is. Het zwem ABC stelt ook vele andere eisen, zoals:

  • Rugcrawl,
  • Borstcrawl,
  • Draaien,
  • Drijven,
  • Onder water gaan etc.

Schoolslag is de langzaamste slag van de wedstrijdslagen. Maar het is een slag dat het meest gereglementeerd is!

De armslag
De functie van de armslag bij een goede schoolslagzwemmer is primair stuwend. Bij beginnende zwemmers zie je dit nog niet: de armen worden gebruikt om het hoofd boven water te houden door steun te zoeken op het water. De schoolslag armslag is de enige armslag waarbij de contrafase (de fase waarin de handen en armen tegen de zwemrichting in worden bewogen) onder water plaatsvindt. De armen en handen komen tijdens de gehele slag niet boven het water uit, wat natuurlijk een hoop weerstand geeft.

De armslag kunnen we onderverdelen in een aantal fases:

  1. Uitgangshouding
  2. Glijfase
  3. Trekfase
  4. Duwfase
  5. Contrafase

Bij de armslag zien we een groot aantal individuele verschillen; smaller of juist breder uitvoeren van de stuwbaan, de lengte van de stuwbaan en de diepte van de trekfase.

Uitgangshouding:
De uitgangshouding bij de schoolslag is liggend op de buik met de ellebogen gestrekt en de handen naast elkaar, met de handpalmen naar beneden gericht, net onder de waterspiegel. Zowel de ledematen van de benen als van de armen zijn gestrekt. Het hoofd is ongeveer op de oorlijn tegen de bovenarmen (zie afbeelding).

Glijfase:
De glijfase is de uitloop van de uitgangshouding en is tevens het moment waarin de benen de gelegenheid krijgen de stuwende fase te voltooien. In de fase zoeken de handen naar grip op het water.

Trekfase:
Net voor de trekfase zullen de armen naar binnen gedraaid worden zodat de trekfase met naar binnen gedraaide ellebogen zal aanvangen. De armen zullen tegelijkertijd schuin zijwaarts naar beneden bewegen. Bovendien zal er een achterwaarts gerichte beweging met de armen plaatsvinden. Er wordt wel gezegd dat de trekfase duurt tot het moment dat de zwemmer met zijn naar voren gerichte blik zijn pinken niet meer kan zien.

Duwfase:
De trekfase gaat over in de duwfase wanneer de armen iets voor de schouders zijn. (Bij de andere slagen is dit recht onder de schouder.) De handen en ellebogen worden naar elkaar gebracht waarbij de handen nog steeds een leidende rol hebben. De ellebogen worden snel aangesloten en de handpalmen zullen naar elkaar toe worden gedraaid.

Contrafase:
Langzamerhand zullen de handen naar voren worden gebracht. Dit gebeurt op het moment dat de ellebogen bijna tegen de romp komen. Tijdens deze contrafase, waarin de ellebogen weer gestrekt worden en de handen met de handpalmen naar benden gekeerd worden, wordt een begin gemaakt met de beenbeweging.

De beenslag
Bij de schoolslag is de beenbeweging de voornaamste stuwingsfactor. Het stuwvlak bestaat uit de binnenzijde van de enkel en de voetzool en binnenzijde van het scheenbeen. In het algemeen is de 2-tak beenslag de meest gebruikte wedstrijdbeenslag. De bewegingsrichting zal zoveel mogelijk achterwaarts en zo min mogelijk zijwaarts dienen te zijn. De beenslag kunnen we grofweg in drie fases indelen. Voor het gemak noemen we deze fases:

De uitgangshouding is net als bij de armslag een bijna horizontale, gestrekte ligging waarbij de benen gestrekt en gesloten zijn.

Fase 1:
In deze eerste fase worden de benen gebogen of ingetrokken. De hielen bewegen hierbij richting het zitvlak ("hakken naar de billen"). De voeten blijven naar achteren wijzen. De knieën gaan wat uit elkaar, maar blijven zoveel mogelijk binnen de stroomlijn van het lichaam. De fase kunnen we ook wel de contrafase noemen, aangezien de beweging tegen de zwemrichting in verloopt.

Fase 2:
De onderbenen en de voeten worden in deze fase als het ware "open" gezet. De voeten zijn dan bijna bij het zitvlak. De voeten worden opgetrokken en naar buiten gedraaid. De voeten bewegen tevens naar buiten zodat er een soort W-houding ontstaat.

Fase 3:
De naar buiten gerichte voetbeweging wordt nu met een draai naar achteren gericht, waarbij de benen krachtig worden gestrekt en gesloten. Tijdens deze rondgaande beweging gaan de voeten verder naar buiten dan de knieën. De contrafase (het intrekken van de benen) verloopt langzaam tot de W-stand; er treedt een duidelijke versnelling op tijdens de sluitfase. (de stuwfase).

De hierboven beschreven beenslag wordt tegenwoordig veel gezwommen en staat ook wel bekend onder de naam: Whip-Action door de zwiepende uitvoering. Vroeger werd de beenslag uitgevoerd als: intrekken, spreiden, sluiten, waarbij de stuwing gedacht werd plaats te vinden door het krachtig dichtdoen van de gestrekt-gespreide benen. Die techniek werd dan ook wel de Wedge-Action genoemd en is dus nu achterhaald.

De combinatie
Het belangrijkste kenmerk van de samenwerking van de armen en de benen is, dat de armslag vooruitloopt op de beenslag. De slag wordt begonnen met de armslag. De benen worden pas gebogen als de armen aan de strekfase beginnen. De strekking van de armen zal eerder voltooid zijn dan de strekking van de benen. Daarmee vallen de beide contrabewegingen (dus zowel van de armen als van de benen) nagenoeg samen, hetgeen terugval in de snelheid betekent en de verplaatsing discontinue maakt.

 

De ademhaling
Doordat tijdens de trekfase de schouders boven het water komen, is dit het geschiktste moment om in te ademen. Met name door het krachtig aansluiten van de bovenarmen tegen de romp komen hoofd en schouders omhoog, waardoor een geringe hoofdheffing voldoende is voor de inademing. De uitademing moet geleidelijk plaatsvinden tijdens de strekfase van de armen. De uitademing vindt plaats door de mond en de neus. Doordat de uitademing plaats vindt in het water wordt de horizontale ligging zoveel mogelijk gehandhaafd.

 

Veel gemaakte fouten bij het schoolslag zwemmen

  • De ligging is onvoldoende horizontaal, door een te hoge hoofdhouding
  • De ligging is geen zuivere borstligging, doordat het hoofd scheef gehouden wordt
  • De armslag is te groot
  • De armslag wordt uitgevoerd met gespreide vingers
  • De ellebogen worden onvoldoende aangesloten
  • Er is geen glijfase / uitdrijffase
  • De beenslag is een wreefslag, waarbij de stuwing wordt gezocht met de wreven
  • De beenslag is een drie-tak beenslag
  • Rijden, waarbij de knieën onder de buik worden getrokken
  • Schaarslag, waarbij de benen a-symmetrisch bewegen
  • Te weinig tempoverschil tussen contra- en stuwbeweging
  • Het tegelijk inzetten van de arm- en beenslag
  • De ademhaling is onregelmatig
  • De uitademing is onvoldoende, waardoor overvulling van de longen ontstaat

 

 


Copyright © Stefan de Best