ENKELVOUDIGE RUGSLAG  
 
 

 

 

 

 




Ligging :
Armen :
Beenslag :
Op de rug
Gestrekt vóór of langs het lichaam of handen in de zij.
Schoolbeenslag

De armslag
De beenslag
De combinatie
Veel gemaakte fouten bij het zwemmen van de enkelvoudige rugslag

 

De armslag
Bij deze zwemslag worden de armen niet bewogen en worden deze tijdens de gehele zwemslag op één plek bij het lichaam gehouden. Er zijn drie posities waar je de armen zou kunnen houden:

  • Gestrekt vóór het lichaam zoals op de afbeelding hieronder.
  • Gestrekt langs het lichaam.
  • Handen in de zij.
Positie 1 geniet de voorkeur omdat je dan nooit je hoofd kan stoten tegen de kant van het zwembad. Bij kleine kinderen is dit van belang omdat die vaak niet precies weten wanneer ze de kant naderen.


De enkelvoudige rugslag van bovenaf gezien
Hier met de armen gestrekt vóór het lichaam

 

De beenslag
Bij de enkelvoudige rugslag is de beenbeweging (de schoolbeenslag) de voornaamste stuwingfactor. Het stuwvlak bestaat uit de binnenzijde van de enkel en de voetzool en binnenzijde van het scheenbeen. In het algemeen is de 2-tak beenslag de meest gebruikte wedstrijdbeenslag. De bewegingsrichting zal zoveel mogelijk achterwaarts en zo min mogelijk zijwaarts dienen te zijn. De beenslag kunnen we grofweg in drie fases indelen. Voor het gemak noemen we deze fases:

De uitgangshouding is net als bij de armslag een bijna horizontale, gestrekte ligging waarbij de benen gestrekt en gesloten zijn. Tevens blijven de benen tijdens de gehele zwemslag onder water!

Fase 1:
In deze eerste fase worden de benen gebogen of ingetrokken. De hielen bewegen hierbij richting het zitvlak ("hakken naar de billen"). De voeten blijven naar achteren wijzen. De knieën gaan wat uit elkaar, maar blijven zoveel mogelijk binnen de stroomlijn van het lichaam. De fase kunnen we ook wel de contrafase noemen, aangezien de beweging tegen de zwemrichting in verloopt.

Fase 2:
De onderbenen en de voeten worden in deze fase als het ware "open" gezet. De voeten zijn dan bijna bij het zitvlak. De voeten worden opgetrokken en naar buiten gedraaid. De voeten bewegen tevens naar buiten zodat er een soort M-houding ontstaat.

Fase 3:
De naar buiten gerichte voetbeweging wordt nu met een draai naar achteren gericht, waarbij de benen krachtig worden gestrekt en gesloten. Tijdens deze rondgaande beweging gaan de voeten verder naar buiten dan de knieën. De contrafase (het intrekken van de benen) verloopt langzaam tot de M-stand; er treedt een duidelijke versnelling op tijdens de sluitfase. (de stuwfase).

 

De combinatie
In tegenstelling tot alle andere zwemslagen die op deze website besproken worden, is er bij de enkelvoudige rugslag geen sprake van een combinatie. Er is namelijk alleen sprake van een combinatie als zowel de armen en benen op een bepaalde manier van elkaar bewegen waarbij de timing van beide doorslaggevend is welke combinatie wordt gebruikt. Bij de enkelvoudige rugslag worden de armen tijdens de gehele zwemslag stil op één plek gehouden en daarom is er bij deze zwemslag geen sprake van een combinatie.

 

Veel gemaakte fouten bij het zwemmen van de enkelvoudige rugslag

  • De benen bewegen zich niet symmetrisch waardoor men gaat slingeren.
  • Er is geen glijfase / uitdrijffase

 

 


Copyright © Stefan de Best